Skip to main content

Familieboom VI

Deel zes alweer in de serie ‘Familieboom’. In deel vijf heb ik de vrouwelijke lijn gevolgd aan vaders kant van de familie. Deze keer neem ik je mee langs de vrouwelijke lijn aan de kant van moeder.

Van al mijn neven en nichten aan vaders kant van de familie heeft nooit iemand onze bes gekend. Bessien Aole van Marie van Naat overleed in 1961. Bessien Ester Romkes heeft echter wel een aantal kleinkinderen gekend en de kleinkinderen haar. Vooral Ester en Janneke van tante Mien hebben bessien nog goed gekend. Klaas (1962), Jan (1963) en Albert (1965) van ome Lub heeft ze nog gekend en ook de geboorte van Esther (1966) van ome Lucas en broer Gerrit (1966) heeft ze nog meegemaakt.

Klaas Hoekman en Ester Romkes
Klaas Hoekman & Ester Romkes: Foto gemaakt tijdens het huwelijk van ome Lukas en tante Mina

Ester Romkes (1910-1966)

Bessien Ester werd geboren op 16 januari 1910 in een gezin dat reeds bestond uit zes personen. Eén vroeg overleden zus, Dirkje, werd slechts vijf maanden oud. Na bes volgde nog één kind, tante Heiltje. Over deze tante kunnen boeken geschreven worden, er is zelfs een straat naar haar vernoemd. Het gezin waarin bes geboren werd, bestond dus uit; Lubbert (1891-1927), Lummetje (1893-1966), Dirkje (1896-1897), Pieter (1899-1977), Dirkje (1901-1990), Grietje (1905-1967), Aagje (1908-1998), Ester zelf (1910-1966) en Heiltje (1912-164).

bes ester romkes
Volendam: Bes Ester met haar ome Jan, een broer van bessien Aole.

Met name over de tantes heb ik altijd veel verhalen gehoord, maar ik kende ze dan als tante Derrekien, tante Aag of tante Eilt. Ik zal proberen ook eens wat over sommige tantes te vertellen. Over ome Pieter kan ik alvast vertellen dat hij altijd opschepte over het feit dat hij nog uit de vorige eeuw kwam.

Borstkanker

Bij bes werd later borstkanker geconstateerd. Ze is er wel van genezen, maar haar lymfeklieren waren weggenomen, hierdoor had ze een hele dikke linkerarm. Als ze zichzelf per ongeluk met een naald in haar arm prikte dan liep er de hele dag vocht uit.
Ze lag in het ziekenhuis van Kampen, en moest naar Zwolle voor bestralingen. Het geluk was dat de Firma Hoekman ook een garagebedrijf had, met een chauffeur (Okke Hoefnagel) om taxidiensten te leveren. Het garagebedrijf was opgezet door Ome Lub die later naar Australië emigreerde. De garage stond waar nu Werckpost staat. Het gezin kon dus bes wel bezoeken, er waren echter vaak ook andere Urkers die naar Kampen moesten en dan konden de kinderen hun plaats in de auto weer afstaan.

Moeder heeft haar baan opgezegd om thuis voor bes te kunnen zorgen en te ondersteunen bij het huishouden. Ook tante Griet, toen buiten Urk werkzaam in de verpleging, kwam terug naar Urk. Zij is toen op Urk apothekersassistente geworden.

Overlijden

In 1966 kreeg bes buikklachten en moest ze een operatie ondergaan in Emmeloord. De operatie leek geslaagd en bes voelde zich zo goed, dat ze het bezoek naar huis stuurde. Later die avond, het was 12 oktober 1966, werd de familie gebeld met het bericht dat bes was overleden. Het was een hele grote slag voor het gezin.

Tante Griet is tot aan het overlijden van opa in het huis in tuindorp blijven wonen. Opa woonde dan op de benedenverdieping, tante Griet met oma Wouter en later Ester en Jannie op de bovenverdiepingen.

Over bessien Ester zijn nog meer verhalen te vertellen, ik zal later uitvoeriger over haar schrijven.

Bessien Aole
Aaltje Koffeman

Aaltje Koffeman (1866-1952)

Vaak heb ik moeder over bessien Aole horen vertellen. Bessien Aole haar man Lubbert (1866-1952) was vlak voor de oorlog in 1939 overleden. Bessien trok later in bij het gezin van Opa Hoekman en Bessien Romkes. Het was een pinnige, dominante vrouw die niet van stil zitten en stilzitters hield. Ze heeft misschien maar een jaar of vier bij haar dochter ingewoond, maar het leverde genoeg verhalen op.

Bessien Aole was door het leven gehard. Ze was de oudste van het gezin en na het overlijden van haar moeder, was het haar taak om voor het huishouden te zorgen. Al haar broertjes en zusjes zijn bij haar uitgetrouwd. Vier broertjes en zusjes werden niet ouder dan 14 maanden. Ze heeft het allemaal mee moeten maken. Moeder is vernoemd naar deze sterke vrouw.

Handtekening

Bessien Aole kon niet zo goed lezen en schrijven lukte al helemaal niet. Ze schaamde zich hier best voor. Toch komen we op verschillende documenten haar handtekening tegen. Ze was getuige bij verschillende huwelijken en tekent dan altijd met A. Koffeman. De letters verraden dat ze geen geoefend schrijfster was. Ze had er hard op geoefend haar handtekening te kunnen zetten. Ze ontving namelijk steun vanuit de Zuiderzeewerken en bij het ontvangen daarvan moest getekend worden. Er werd door nieuwsgierige plaatsgenoten over je schouders meegekeken wie een kruisje zette en wie een handtekening. Het was haar eer te na om een kruisje te moeten zetten. Aan de hand van enkele eenvoudige boekjes heeft ze zichzelf op latere leeftijd leren lezen. Een echte doorzetster dus.

De huwelijksakte van opa Klaas Hoekman en bes Ester Romkes. De handtekening van bessien Aole is duidelijk te herkennen.

Stil zitten en stilzitters

Zelf stil zitten en mensen die in haar ogen lui waren, daar had ze een hekel aan. Tot op hoge leeftijd moest ze altijd wat om handen hebben, breien was haar manier om bezig te blijven (waar ken ik dat toch van?). Bessien Ester had altijd wel een klusje, maar daar zat dus ook breiwerk tussen voor een buurvrouw die in de ogen van bessien Aole liever boekjes las dan aan breien deed. Daar werd dus niet meer voor gebreid. Bessien Ester moest dan weer sussen.

Aan de andere kant, ome Ap kwam soms op vrijdag thuis van zijn studie in Dordrecht. In haar ogen deed hij tenminste iets met z’n leven en dus werd op vrijdag om de haverklap iemand naar het busstation gestuurd om te kijken of Ap er al was. Van bessien Ester moest iedereen dan zeggen dat Ap pas om vier uur verwacht werd ipv twee uur. Anders werden de mensen om elf uur al naar het busstation gestuurd.

Doofheid

Naarmate de leeftijd vorderde werd bessien Aole steeds dover. Op zondag de kerk bezoeken zat er ook niet meer in. Om de week moesten ome Lub en ome Lukas dan bij bes blijven. De kerkdienst werd via de kerktelefoon beluisterd. Ome Lub luisterde braaf mee, maar ome Lukas wilde ook nog wel eens naar het verslag van een voetbalwedstrijd luisteren (stiekem uiteraard). Zag bes Aole echter dat het lampje van de radio brandde, dan kon hij hoog of laag springen, de radio moest uit. Of zij het nou hoorde of niet.

overlijdingsaktie aaltje koffeman
Overlijdensakte Aaltje Koffeman

Overlijden

Bes Aaltje Koffeman is overleden op 26 augustus 1952, 85 jaar oud. Opa Klaas Hoekman deed hiervan aangifte op het gemeentehuis.

Lummetje Bouwman

Lummetje is gedoopt op 20 maart 1842, dat is opmerkelijk omdat ze op 22 februari werd geboren. Meestal zien we dat kinderen binnen een paar dagen na hun geboorte al gedoopt worden. Ze heeft van 1864 tot 13 februari 1866 gediend als dienstmeisje in Grootebroek, daarvoor heeft ze gediend in Opperdoes. We weten niet wanneer ze in Opperdoes begonnen is.

Op 11 mei 1866 is ze in het huwelijke getreden met Pieter Koffeman (1841-1911). Het gezin kreeg elf kinderen, van wie er zeven een volwassen leeftijd bereiken: Aaltje (1866-1952), Grietje (1868-1951), Jacobje (1870-1872), Sijmen (1872-1874), Jacobje (1874-1957), Sijmen (1876-1973), Reinier (1878-1915), Ester (1880-1955), Jantje (1882-1883), Jan (1884-1972), N.N. (1886, doodgeboren).

Lummetje zelf overleed op 6 maart 1891, ze werd 49 jaar oud.

Lummetjes achternaam wordt soms geschreven zonder w, Bouman dus. Zoek je op archieven.nl naar een Lummetje Bouman tussen 1842 en 1891, dan kom je op Lummetjes geboortedatum ook een registratie tegen in Beemster. In de gemeente Beemster staat geregistreerd dat Lummetje op 10 februari 1863 begonnen is als dienstbode in Opperdoes. Lummetje is dus pas laat als dienstbode gaan werken en heeft het maar korte tijd gedaan.

Grietje Schuurman (1814-1886)

Grietje heeft haar dochter Lummetje met twintig jaar overleefd. Zelf werd ze geboren op 16 september 1814, twee dagen later werd ze gedoopt. Bij haar geboorte was haar tante Dirkje Hoefnagel getuige. Zelf staat Grietje ook driemaal als doopgetuige. Wat een doopgetuige nou precies was, is lastig uit te leggen. Een doopgetuige is niet hetzelfde als een peetoom (peter) of een peettante (meter), ook is het niet per se de draagster van het kind. Omdat een kind zelf nog niet kan aangeven of het gelovig is of niet, achtte men het nodig dat iemand getuigen kon dat de ouders dat wel waren. Ongelovige ouders konden/mochten hun kinderen niet laten dopen. De doopgetuige werd ook geacht later goed acht te slaan op de christelijke opvoeding van de dopeling.

Soms worden de ouders de doopgetuigen genoemd, soms staan er meerdere andere mensen genoemd als doopgetuige. Driemaal is Grietje doopgetuige voor de kinderen uit het gezin Kroon. De moeder van het gezin was een zus, Jannetje, van haar man Reinier Bouwman. Grietje was dus de tante van de kinderen. Na 1851 zie je steeds minder vaak doopgetuigen vermeld staan. Soms wordt vermeld dat iemand anders dan de ouders de doopgetuige was omdat de ouders of één van hen nog geen lidmaat van de kerk was.

Van Riessen

Grietje had een bijnaam, ze werd Griet van Riessen genoemd. Hoe ze aan die achternaam kwam, zal later duidelijk worden. Grietje trouwde met Reinier Bouwman op 18 september 1841 te Urk. Samen kregen ze vijf kinderen die allemaal de volwassen leeftijd hebben bereikt: Lummetje (1842-1891), Ester (1845-1935), Dirkje (1848-1937), Jannetje (1851-1892) en Betje (1855-1943).

Grietje overleed op 25 januari 1866, ze werd 71 jaar oud.

Ester Hoefnagel (1790-1869)

Ester, soms geschreven als Esther of Hester, werd geboren op Urk, trouwde met een vreemde en overleed in Rotterdam. Haar echtgenoot, Pieter Schuurman, werd in 1787 geboren in Medemblik en is ingekomen met attestatie op 15 juli 1810. Ongeveer vier jaar later trouwden Ester en Pieter met elkaar.

Chirurgijn

De vader van Ester was ook een ‘vreemde’, hij kwam op 9 mei 1790 naar Urk als Chirurgijn. Over haar vader heeft Stichting Urker Uitgaven een Urcker Kroniek geschreven. Opmerkelijk is dat Ester in februari van dat jaar geboren (13 februari) en gedoopt (14 februari) werd. Vader schrijft zich pas 9 mei in. Leendert kocht in 1820 voor 350 gulden het huis van burgemeester Hendrik de Haan.

Het kantoor van Hoekstra Assurantiën is nog gemakkelijk te herkennen. Het is gebouwd in 1905 en bestond in de tijd dat Leendert Hoefnagel met zijn gezin op Urk woonde nog niet. Het gezin moet gewoond hebben op de locatie rechts naast het kantoor.

Ester trouwde in 1814 met Pieter Schuurman. Pieter kwam uit Medemblik. In 1812 is Pieter nog doopgetuige bij zijn eigen dochter, Jantje, uit een eerder huwelijk met Anna Klakjen. Pieter trouwde met Anna in Medemblik in 1809 en het stel kreeg daar in 1809 een dochtertje Aagtje. Anna overleed op 21 augustus 1812 op Urk een paar maanden na de geboorte van Jantje. Jantje overleed in 1897 in Collendoorn (gemeente Hardenberg).

Naar Rijssen

Twee jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwde Pieter Schuurman met Ester Hoefnagel, op 1 mei 1814 gaven zij elkaar het ja-woord. Het stel bleef op Urk wonen tot Pieter een baan kreeg aangeboden in Rijssen. Op Urk werkte hij als schoolmeester, koster en voorzanger (drie banen die vaak gecombineerd werden), maar in Overijssel gaat Pieter aan de slag als ‘commies van belastingen te Heino en Rijssen’. Pieter is op 15 mei 1842 overleden in Heemse (gemeente Hardenberg).

Ester en Pieter kregen samen 11 kinderen. De eerste vier werden op Urk geboren, drie van deze kinderen bereikten de volwassen leeftijd. De derde zwangerschap was van een tweeling, de jongste van de twee, Klaas, werd slechts vijf maanden oud. In februari 1818 wordt het vijfde kind, Elisabeth, in Rijssen geboren. Ester en Pieter zijn dus tussen februari 1817 (geboorte tweeling) en februari 1818 naar Rijssen verhuisd. Dochter Grietje zal twee of drie jaar oud zijn geweest. Ik neem aan dat ze met haar ouders meeverhuisd is naar Rijssen. Toch doet Grietje in 1833 belijdenis op Urk. Ze was toen 19 jaar oud. Waarom kwam Grietje terug naar Urk? Je zou in eerste instantie denken dat de liefde haar terug naar Urk bracht, maar Grietje trouwde ‘pas’ in 1841 met Reinier. Haar opa, Leendert Hoefnagel de chirurgijn, is overleden in 1827. Ging Grietje terug naar Urk om voor haar grootmoeder, Dirkje, te zorgen? Dat laatste lijkt mij het waarschijnlijkst, op haar huwelijksakte staat dat ze van beroep dienstmeid is. Haar vader Pieter was hij haar huwelijk op Urk aanwezig.

Rotterdam

Ester Hoefnagel is op 11 november 1869 overleden in Rotterdam. Hoe kwam Ester in Rotterdam terecht? Haar echtgenoot Pieter is in 1842 in Heemse (gemeente Hardenberg) overleden. Het stel moet vaker verhuisd zijn, want er zijn ook kinderen geboren in Hellendoorn en Gramsbergen. In juli van 1869 wordt nog vermeld bij het huwelijk van zoon Klaas dat Esther in Ambt Almelo woont. Vijf maanden later wordt in Rotterdam opgetekend dat ze is overleden. Wat er in de tussentijd gebeurd is, is niet duidelijk. Ester werd 79 jaar.

Dirkje Aaltsen

Dirkje Aaltsen werd op 17 oktober 1759 gedoopt in Harderwijk. Samen met haar man Leendert Hoefnagel komt ze in 1790 naar Urk. In 1842, op 11 december, overleed Dirkje op Urk in de Middenbuurt. In de eerder genoemd Urcker Kroniek kun je lezen hoe Dirkje en Leendert elkaar waarschijnlijk in Haarlem ontmoet hebben. Op 1783 zijn ze met elkaar getrouwd in Nunspeet.

Dirkje en Leendert kregen samen negen kinderen, van de eerst twee heb ik alleen een datum waarop ze gedoopt zijn: Grietje (1784), Cornelis (1785), Leendert (1786-1842), Frederik (1788-1859), Ester (1790-1869), Elisabeth (1791-1854), Evert (1793-1833), Dirkje (1795-1879) en Hermanus (1798-1879).

Dirkje was de dochter van Cornelis Aaltsen (1723-1796) en Hester Plancius (1720-1786). Hester op haar beurt was een dochter van Frederik Plancius en Sophia Cornelis (Fijtje). Sophia is gedoopt in 1686 en overleden in 1765. Sophia was een dochter van Cornelis Hendriksz en Janneke Willems.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nog meer lezen