Lubbertjen Barends
Na de uitvaartsdienst van vader Lub mocht ik een in memoriam voorlezen. De zwaarste en mooiste taak van mijn leven. Ik herinner me nog goed dat ik tijdens de preek iets hoorde en dacht ‘dat moet ik eigenlijk ook nog zeggen’. Ik kan je vertellen dat op dat moment iets improviseren niet handig is. De tekst heb ik samen met mijn broers en zussen geschreven.
In Memoriam
Lieve familie leden, vrienden en bekenden
Onze vader Lub is niet meer, maar de herinneringen aan hem zijn nog springlevend. Dat hebben we de afgelopen dagen weer mee mogen maken. Iedereen die ons bezocht aan het huisje aan het water bracht zijn of haar eigen herinneringen aan vader met zich mee.
We hebben als familie gehuild, gelachen, verhalen verteld en stil gestaan bij het leven van vader. De meesten zullen zich onze vader herinneren zoals hij was in de afgelopen 20 jaar. Ik wil graag stilstaan bij de ruim 30 jaar waarin wij vader gekend hebben in onze jeugd.
Visserman
Onze vader was een visserman in hart en nieren. Na de lagere school, twee jaar visserijschool en hij vierde zijn veertiende verjaardag aan boord van de UK 202. In de jaren die volgden voer vader op verschillende kotters mee.
Op aandrang van moeder behaalde vader zijn schipperspapieren. Aandrang? Geen papieren, geen huwelijk. Vader had geen keus. Door deze studie ontstond er een vriendschap voor het leven met Wouter de Vries.
Het diploma stelde hem in staat zijn eigen schip te kopen. Met een compagnon werd een kotter gekocht in Katwijk. Later werd deze vervangen door een nieuw schip, gebouwd door de firma Boot in Woubrugge.
Visserman. Hard werken, lange weken, laat thuis, hopen op een goede besomming. Contact met thuis door één hooguit twee keer per week via Scheveningen Radio naar huis te bellen. Met verjaardagen een extra telefoontje of anders een gelukstelegram. Vader stond aan boord aan het roer, thuis was moeder de stuurman.
De eerste jaren waren stressvol. Het schip moest terug verdiend worden. Half jaren 80 kwamen daar de quota perikelen bij. Opvolging was er niet, bij Gerrit en mij stroomde er geen vissermansbloed door de aderen. Het besluit werd gemaakt om de UK 193 te verkopen.
Na een jaar thuis te zijn geweest en een fileercursus te hebben gevolgd aan de visserijschool monsterde vader aan bij de gebroeders Pasterkamp van de UK 135 en 145. Rustiger vaarwater, kortere weken en vooral veel minder stress. Voor de visserman in onze vader de mooiste jaren van zijn leven.
De rebelse inslag van zijn nieuwe schippers zorgden nog wel eens voor spannende momenten met bijv. de ME op de kade in IJmuiden. Vader hield zich op de achtergrond. Hij hoefde er zich niet meer druk over te maken.
Er kwam tijd vrij voor ontspanning, hobbies en een paar mooie vakanties. Zo werd tweemaal een bezoek gebracht aan Israel. Regelmatig kwamen de videos van deze reizen weer voorbij.
Geloofsman
Je kan niet over onze vader vertellen zonder het daarbij te hebben over het geloof en zijn liefde voor muziek. Deze twee zaken liepen bij vader vlekkeloos in elkaar over. Zingen is twee keer bidden.
Vader zong graag. Vader kende alle psalmen uit zijn hoofd. Wij moesten elke zondag eerst ons versje voor hem opzeggen, voordat we naar ome Fokke op de zondagsschool gingen.
In de kerk was onze vader jaren actief als ouderling. Hij werd ingewijd in de kerkelijke zaken door zijn maat Jacob Hoekstra. Hij vond het niet altijd makkelijk maar nam deze taak serieus. Het verdiepte zijn geloofsleven en de eerste zegen was voor hem zelf.
Voor vader was het genoeg dat hij wist dat hij een koninklijk kind is en dat ’s Heeren genade voor hem genoeg is.
In zijn jeugd speelde vader bij Valerius. Zingen deed hij bij Christelijk Urker visserskoor Crescendo. Later speelde hij als drummer bij de mondorgelclub Jan van Dalfsen, waar hij ‘de beste drummer van Urk’ werd genoemd.
Favoriet was de muziek van de Marinierskapel, en op één januari keken we steevast naar het nieuwjaarsconcert in Wenen. Meeklappen met de Radetzky mars.
Onze vakanties brachten ons eens in de vier jaar naar Limburg. Vader bezocht dan het wereld muziekconcours te Kerkrade. Wij lagen in het zwembad.
Familieman
Het gezin waar vader met zijn zus Marretje en broertje Fokke in opgroeide was arm. Vader zelf werd in 1942, tijdens de tweede wereldoorlog geboren. Maar de kinderen wisten zich welkom in het gezin van Gerrit de Zanger en Alie van Marie van Naat. Dit kwam mede door het feit dat er eerst vier kinderen een wiegendood waren gestorven.
Ze werden naar de maatstaven van die tijd misschien zelfs wel een beetje verwend. Diverse buurtgenoten uit Wijk 6 wisten mij later te vertellen dat de pannenkoeken die moeder Oale met verjaardagen bakte beroemd waren.
Datzelfde gevoel van welkom en je mag er zijn, wisten onze ouders ook op ons over te brengen. Door zijn drukke bestaan als visserman was vader misschien niet altijd fysiek aanwezig, maar dat werd ruimschoots goed gemaakt in de tijd dat hij er wel was. Al muiterden wij natuurlijk ook wel eens op hem.
Goed voorbeeld doet goed volgen. Onze ouders leefden ons voor hoe het moest. Zelf altijd consequent, suggesties gevend waar ze dat nodig achtten. Namen geen blad voor hun mond en stonden achter hun eigen mening. Toch nooit dwingend. Niet afkeurend wanneer je een eigen keuze maakte. De deur bleef altijd open.
Ook in de laatste jaren toen het soms misschien allemaal wat te druk werd. Vader heeft altijd zichtbaar genoten van de aanwezigheid van de kleinkinderen. Bèbe had geen woorden nodig om zijn liefde voor zijn kleinkinderen te uitten.
Nu zijn we allemaal hier om vaarwel te zeggen. Onverwachts, maar geen verrassing. De afgelopen dagen heeft het overlijden van vader ons als gezin nog dichter bij elkaar gebracht.
Ooit zong Crescendo samen met de bekende zangeres Vera Lynn de volgende hoopvolle regels.
We’ll meet again.
Don’t know where, don’t know when
But I know we’ll meet again, some sunny day.
Geef een reactie