Lukas Hoekman III
Dankzij Klaas Kramer van Genealogiegroep Urk heb ik meer inzicht gekregen in diverse notariële aktes die meer licht werpen op het leven van Lucas Hoekman. Mijn dank hiervoor is ontzettend groot, zonder de hulp van Klaas was ik nooit zo ver gekomen. Eerder gaf ik al aan dat ik veel gehad heb aan het artikel over Lucas Hoekman dat eerder door Auke Weerstand in het Urker Volksleven werd gepubliceerd.
Door alle informatie die ik heb kunnen vinden in chronologische volgorde te plaatsen, hoop ik dat een duidelijkere beeld ontstaat. Als er nieuwe informatie beschikbaar komt, plaats ik deze in dit bericht. Er zijn nog wat puzzelstukjes die ontbreken, maar ik weet dat veel mensen nieuwsgiering zijn naar mijn nieuwe bevindingen, dus ik publiceer nu vast wat ik gevonden heb.
1828: In een latere akte kom ik tegen dat vader Albert in 1828 de molen heeft gekocht. Hij bezat de molen voor een deel. Na zijn overlijden wordt zijn deel aan de andere eigenaren verkocht, dit gaat niet altijd helemaal lekker. Tenminste, dat is wat ik uit de aktes denk op te maken.
Aankondiging van de verkoop van de molen in de Opregte Haarlemsche Courant 30-12-1828. Is dit het moment waarop vader Albert de molen heeft gekocht? Of is betreft het hier een andere molen? Notaris Witsenborg komen we later op andere aktes ook tegen.
1829: Lucas Hoekman wordt geboren in Wijster, gemeente Beilen. Hij is de jongste zoon van Albert Hendriks Hoekman (1786-1833) en Hendrikje Vos (~1792-1839). Albert en Hendrikje zijn in 1810 met elkaar getrouwd, eerder werden binnen het huwelijk Hendrik (1811), Hilligje (1815), Grietje (1818), Jannes (1821) en Jan Eitink (1825) geboren.
Lang heb ik me afgevraagd waar Lucas leerde lezen en schrijven. In het nabij gelegen Beilen was het onderwijs echter best in orde. Heeft Lucas nog bij Gerrit van Cleef in de klas gezeten? In de Drentsche Courant van 03 juli 1838 heb ik een berichtje gevonden dat de school in Wijster wordt uitgebreid. Dit ontkracht de informatie die ik eerder vond waarin werd vermeld dat Wijster pas in 1881 een school kreeg.
1833: Albert Hoekman, Lucas’s vader komt te overlijden.
1835: Lucas’s grootvader aan moederskant komt te overlijden. Het gezin erft 958 gulden. In deze akte wordt ene Derk Klaassen Bartelds genoemd als de voogd van de minderjarige kinderen waaronder dus Lucas. Nader onderzoek wijst uit dat Derk getrouwd was met Janna Hendriks Hoekman. Ik vermoed dat Janna zus was van vader Albert en dus tante van de kinderen.
Opa Jannes liet verschillende stukken land na, 20 melkgevende koeien, twee drachtige en guste merrie, 80 ooi- en weerschapen, twee vette en zes winter varkens en nog veel meer. Best een vermogend man als je het mij vraagt.
1836: De korenmolen van de familie wordt verkocht. Ook in deze akte komen we Derk Klaassen Bartelds tegen als voogd. Hoewel er 3000 gulden voor de molen wordt gevraagd, komt er aanvankelijk slechts een bod van 1025 dat dan wel onmiddelijk wordt verhoogd naar 1175. Daarna begint de mijning, 1175 plus 800 gulden. Er wordt afgeslagen op 1195 gulden. Aanzienlijk minder dan de 3000 gulden waarop is ingezet.
De korenmolen van de familie Hoekman werd in 1664 gebouwd. Ik neem aan dat er in die jaren de nodige onderhoud is gepleegd aan de molen. In 1858 sloeg de bliksem in de molen en deze is toen afgebrand.
Bij de veiling is de vrederechter aanwezig. Tussen 1811 en 1838 kende Drenthe de Rechtbank van Eerste Aanleg en Vredegerechten. Dit is te vergelijken met de verdeling arrondissementsrechtbank en kantongerechten.
Uit de veilingsvoorwaarden maak ik op dat Albert Hoekman de helft van molen in 1828 heeft gekocht van ene Roelof Schierbeek. De molen was dus niet in het geheel in het bezit van de familie. Ze moesten hiervoor bij de rechtbank eerst authorisatie vragen.
1837: Lucas’ moeder hertrouwt met Roelof Speelman.
1838: Broer Hendrik trouwt in Dalen met Reinharda Pothof. Zijn beroep is dan molenaarsknecht.
1839: Hendrikje Vos, Lucas’s moeder komt te overlijden.
In de memorie van aangifte van de nalatenschap van Hendrikje Vos erven de zes kinderen ‘de helft van een huis en hof in Wijster met nummer 180a. De hof is groot vijf roeden en 40 ellen en is in gebruik bij Roelof Speelman. De erfenis wordt netjes in zessen verdeeld. Van broer Hendrik wordt vermeld dat hij in Gramsbergen werkt als Molenaar en zus Hillichje is dienstmeid in Beilen. Ook in dit document wordt van Dirk Bartelds vermeld dat hij voogd is over de minderjarige kinderen.
1840: Hilligje Hoekman, Lucas’ oudste zus, trouwt. Samen met haar man Albert Vredeveld kreeg ze zes kinderen. Albert was kastelein van beroep.
1843: We komen de naam van Lucas nogmaals tegen in een notariële akte. Deze keer wordt alles wat aan moederskant van de familie geërfd is verkocht. Broer Hendrik woont dan al in Gramsbergen, en ik neem aan Lucas ook, maar zeker weten doe ik dit niet zijn naam komt niet voor in het archief van Gramsbergen. Ze zijn niet aanwezig bij de verkopen, maar laten zich vertegenwoordigen door hun oom Albert Vos. Al met al brengt de verkoop bijna 2500 gulden op, waarvan het gezin Hoekman één-zevende deel toekomt.
1845: In een verkoopakte uit 1845 wordt Hendrik de voogd genoemd van Lucas en zijn broer Jan Eitink. Derk Bartelds is dan toeziend voogd. Van zus Grietjen wordt vermeld dat ze naaister is en broer Jannes bakkersknecht. Oudste broer Hendrik woont in Gramsbergen en zijn beroep is molenaar. Het huis met nummer 180a dat eerder geërfd werd van moeder, wordt nu verkocht voor 330 gulden.
In hetzelfde jaar wordt een verzoek van broer Hendrik om een molen te bouwen in Gramsbergen afgewezen.
Op de site molendatabase vind ik nog dit: Blijkens de oudste kadastrale kaart van Gramsbergen uit 1832 is de molen op de Oldenhof op dit tijdstip het eigendom van de erfgenamen van Derk Bosch. Wanneer Albartha Valkman in 1844 overlijdt, wordt Hendrik Alberts Hoekman uit Dalen vermeld als molenaar op de Oldenhof, maar het is niet duidelijk of hij ook de nieuwe eigenaar is geworden. In 1845 richtte Hoekman een verzoek aan het gemeentebestuur van Gramsbergen om een nieuwe korenmolen te mogen bouwen in de buurtschap Ane, maar dit verzoek werd afgewezen. Na het vertrek van Hendrik Hoekman naar Ter Haar (gemeente Vlagtwedde) worden Gerrit Jan Snel en vanaf 1863 Gerrit Jan Kamphuis genoemd als eigenaar van de molen.
1847: De burgemeester van Gramsbergen (Overijssel, tegenwoordig gemeente Hardenberg) stuurt een brief naar zijn ambtsgenoot in Beilen (Drente) om een extract van Lucas’ geboorteakte i.v.m. de nationale militie (militaire dienst). Broer Hendrik wordt de voogd genoemd. Lucas zal dus met zijn broer Hendrik naar Gramsbergen zijn verhuisd.
1848: Lucas’ broer Jan overlijdt op 22-jarige leeftijd in het huis van Derk Bartelds. Van hem wordt vermeld dat hij zonder beroep is.
1850-1859: In het Bevolkingsregister van de Gemeente Urk 1850-1859 staat dat Lucas Hoekman inderdaad op Urk woont. Hij is dan bakker en woont bij Klaas Hesselz van Urk. Deze Klaas had een grote bakkerij, waar nu Wijk 5-60 te vinden is. Later verhuist Lucas naar de familie Nentjes. Het beroep van Jacob Nentjes is broodbakker. Beide keren dat we Lucas tegenkomen staat bij religie Hersteld. Afgescheiden. Helaas is er geen Bevolkingsregister 1840-1849. Dan had ik daaruit wellicht kunnen achterhalen wanneer Lucas naar Urk is gekomen.
Het enige wat ik heb is dat Lucas in 1853 wordt opgevolgd bij Klaas Hesselz. De aankomst van Lucas op Urk moet dus tussen 1847 en 1853 hebben gelegen.
Wijk 5-60 staat nu bekend als het huis van Geert Weerstand. De familie Nentjes woonde waar later het winkeltje van ‘De Oude Vrouwtjes’ was (Pieter en Suzanne Oost wonen daar nu). ‘De Oude Vrouwtjes’ kwamen uit het Nentjes geslacht. Moeder herinnert zich nog dat wanneer ze vroeger op zaterdag boodschappen moest komen voor haar bessien Grietjen (Hoekman) dat ze dan naar allerlei winkeltjes werd gestuurd. Veel mensen moesten ‘de gunst’ worden gedaan. Steevast zat daar ook altijd het winkeltje van ‘De Oude Vrouwtjes’ tussen, want die waren vroeger goed voor ons geweest.
1856: Lucas treed in het huwelijk met Jannetje Weerstand op 26 juli. In hetzelfde jaar is ook zijn broer Jannes getrouwd. Nu stuurt stuurt de burgemeester van Urk een verzoek naar Gramsbergen voor een extract van zijn geboorteakte. Je kon alleen trouwen als je aan je verplichting had voldaan. Op hun huwelijksaktes wordt bij zowel Lucas als Jannes vermeld dat ze bakker zijn.
Lucas verhuist met zijn vrouw Jannetje naar Enkhuizen. Ze laten zich daar inschrijven op 28 augustus 1856. Ze krijgen daar een dochter en verhuizen op 11 september 1857 weer terug naar Urk. Was dit om te verbloemen dat dochter Marretje (15-11-1856) verwekt was voor de trouwdatum?
In het Westfries Archief wordt tevens bij religie vermeldt: Chr. Afg. (Christelijk Afgescheiden).
De Afscheiding was een splitsing in de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1834 waren een aantal dominees het niet eens met de invloed van de Staat op de kerk. Sinds 1816 was de structuur hiërarchisch met de koning aan het hoofd. De gereformeerde belijdenis functioneerde niet meer en predikanten die de gereformeerde belijdenis verdedigden, werden vervolgd en afgezet. Progressieve theologen keerden zich tegen de leer zoals die sinds de Synode van Dordrecht was vastgelegd. Dit was zeer tegen het zere been van de orthodoxen. Een splitsing was uiteindelijk het gevolg. Zo ontstonden in Nederland de Nederlands Hervormde Kerk en de Christelijk Gereformeerde Kerk. Nog weer kwam daar in 1886 o.l.v. Abraham Kuyper de Doleantie daar nog eens overheen. Deze beweging sloot zich aan bij de Christelijk Gereformeerde Kerk die daarop ook weer splitste. Zo kregen we in Nederland de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerk.
De Gereformeerde Kerk kon op Urk rekenen op veel steun. De Bethelkerk werd door de volgers van de afscheiding gebouwd.
1859: Dochter Hendrikje wordt geboren op 8 februari.
1861: Dochter Ietje wordt geboren op 17 april.
1863: Zoon Albert wordt geboren op 3 mei.
1864: Ietje en Hendrikje overlijden, respectievelijk op 12 en 18 augustus.
1865: Albert overlijdt op 24 april. Op 12 oktober wordt opnieuw een zoon geboren, ook deze wordt Albert genoemd.
1868: Dochter Hendrikje wordt geboren op 6 januari, maar overlijdt op 24 augustus.
1870: Dochtertje Hendrikje wordt geboren op 20 maart.
1871: Lucas richt een vereniging op voor Urker jongelingen: Samuel.
1872: In ‘De Wekstem’ van 06 februari bedankt Lucas een gulle gever uit Rotterdam die de vereniging een aantal boeken heeft gestuurd. Er wordt gevraagd naar een goede bijbelverklaring, en ook die wordt dankbaar in ontvangst genomen. Later wordt er ook een meisjesvereniging opgericht, Dorcas geheten.
1874: Lucas wordt benoemd tot gemeenteontvanger (belastinginner) op Urk. Tenminste, dat wordt in de krant van 1874 zo gemeld. In het jaarverslag van de Gemeente Urk over 1876 wordt er dan pas melding van gemaakt.
In dit jaar wordt vanuit de jongelingsvereniging een mannenkoor opgericht. In 1897 leidt dit tot de oprichting van ‘Oefening Kweekt Kunst’, in 1913 omgedoopt naar Urker Mannenkoor Hallelujah.
1875: Lucas solliciteert en wordt benoemd tot postontvanger.
1876: Lucas vraagt de gemeente om een straatlantaarn bij zijn huis te installeren. De twee jaar eerder opgerichtte jongelingsvereniging start een zondagsschool.
1876 is ook het eerste jaar waarin Lucas wordt genoemd in de Staatsalmanak. Elk jaar gaf de staat een dergelijke almanak uit en daarin kun je ondermeer vinden wie het bestuur op Urk vormen. In Hoofdstuk VII wordt dit per Nederlandse gemeente aangegeven. In 1876 is Kagei de burgemeester, T. Hoekstra en J. Snoek hebben een w bij hun naam staan, zij zijn wethouder. Bij L. Hoekman staat een o. Deze o staat voor ontvanger.
1877: Lucas stuurt een brief naar de gemeente over de gebrekkige toestand van de waterputten. In hetzelfde jaar vraagt hij samen met A. Hakvoort toestemming om een afdak te vergroten voor hun ansjoviszouterij.
1878: Meisjevereniging Lydia wordt opgericht.
1880: In het gemeenteverslag van 1880 zien we de Lucas niet alleen een baantje heeft als gemeenteontvanger, maar ook als ‘klerk ter secretarie’. Voor zijn werkzaamheden als gemeenteontvanger krijgt het jaarlijks 100 gulden, het baantje van klerk levert hem 200 gulden op jaarbasis op. In de gemeenteverslagen van 1881 t/m 1885 wordt het niet ingevuld, neem dus aan dat het onveranderd is gebleven.
1882: Verzoek om een stuk grond om de ansjoviszouterij uit te breiden. In dit jaar zien we de handtekening van Lucas onder een taxatierapport staan.
1883: Lucas is lid van een rampenfonds dat weduwen en wezen van een storm waarbij 26 vissers om het leven waren gekomen bij te staan. Dit fonds was in het leven geroepen door de toenmalige burgemeester, Kagei. Zij adverteerden in diverse landelijke kranten.
1885: Lucas verzoekt een perceel van 200 vierkante meter op de haven voor ansjoviszouterij. In dit jaar zegt hij zijn baantje als gemeenteontvanger op, omdat hij geen loonsverhoging heeft gekregen. In het gemeentelijk verslag van 1886 kun je lezen dat hij eervol ontslag heeft gekregen. K. Kramer neemt zijn plek over.
In dit jaar wordt Lucas door de gemeente ook benoemd tot opzichter van de gemeentereiniging. Dit staat de lezen in ‘Het Nieuws van de Dag‘ van 26 december 1885.
1891: Jongelingsvereniging Samuel laat een eigen gebouwtje plaatsen.
1892: Lucas tekent in Vlaardingen een akte. Hierin valt te lezen dat hij 500 gulden leent van de firma Betz & van Heijst. De ansjoviszouterij dient als onderpand. De lening moet jaarlijks met 80 gulden worden afgelost.
1895: Ook nu sluit Lucas weer een lening af bij dezelfde firma. Deze keer voor 400 gulden en het onderpand is weer de ansjoviszouterij. Is de vorige lening dan al afbetaald?
1896: Lucas Hoekman plaatst in zijn rol als scriba van de kerk een advertentie naar aanleiding van het overlijden van Ds. W.G. Visser in tijdschrift De Bazuin.
Het kan niet anders of Lucas moet een abonnement op De Bazuin (opgericht in 1853) hebben gehad. We komen zijn naam onder wel meer advertenties tegen. De Bazuin was het blad van de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Als eigendom van de Theologische School en vanwege de betrokkenheid van docenten en curatoren bij de uitgave nam het een belangrijke plaats in de kerken in. Niet alleen in De Bazuin kom je advertenties tegen met daaronder de naam L. Hoekman, ook in het tijdschrift De Wekstem en de Roepstem. De Standaard zal ook wel op het leeslijstje hebben gestaan. In deze tijdschriften kom je wel vaker advertenties en berichten van jongelingsverenigingen tegen. Bracht dit Lucas wellicht op het idee om op Urk ook een dergelijke vereniging te beginnen?
1897: Lucas neemt afscheid als voorzitter van de jongelingsvereniging.
1901: Lucas overlijdt in Wijk 4-66 op de leeftijd van 72 jaar. In het eerdere genoemde tijdschrift de Bazuin verschijnen twee overlijdensadvertenties. De aangifte geschied door Albert Hoekman. Bij zijn beroep wordt vermeld dat hij smid is, bij Lucas Hoekman wordt bij beroep ansjovis zouter vermeld.
Op de akte van overlijden staat bij doodsoorzaak ‘Nephrolitiasis en cystitis’ (nierstenen en blaasontsteking). Waarschijnlijk was er sprake van urosepsis (bloedvergiftiging uit de blaasontsteking). Dit verklaart ook waarom er in de advertentie wordt gesproken over ‘een vreselijk lichaamslijden’.
1918: Lucas’ vrouw Jannetje Weerstand overlijdt. Zij had na het overlijden van Lucas recht op pensioen. Dit werd aangevraagd en ook toegekend. Ze kreeg jaarlijks 113 gulden uitgekeerd.
Voorlopige conclusie
In de familie ging altijd het verhaal rond dat Lucas als een arm weesje naar Urk was gekomen. Ik denk dat we wel kunnen stellen dat maar de helft hiervan waar is. Lucas was wees, maar arm? De verkoop van de molen en de erfenissen aan moederkant laten zien dat het gezin het naar de omstandigheden van die tijd niet slecht had. De kinderen uit het gezin Hoekman kunnen allemaal schrijven en drie jongens Hendrik, Jannes en Lucas hebben allemaal een beroep als molenaar of bakker. Broer Jan Eitink die op 22-jarige leeftijd overlijdt, is een uitzondering. Waaraan hij is overleden, is echter niet te achterhalen.
Ik denk dat Lucas eerst bij zijn broer Hendrik ingetrokken is na het overlijden van zijn moeder. Wellicht hadden ze samen het plan om een molen te starten. Toen de nieuwbouw van een nieuwe molen echter niet werd goedgekeurd, moest Lucas het ergens anders zoeken. Duidelijk is dat hij rond 1847 al op 18-jarige leeftijd op Urk moet zijn geland als bakkersknecht. Zoeken naar een advertentie ‘gevraagd bakkersknecht op Urk’ heeft me echter niets opgeleverd.
Pas wanneer Lucas als gemeenteontvanger begint, komt zijn naam in de archieven steeds vaker voor. Zijn naam prijkt onder diverse advertenties waarin de gemeente Urk landgenoten vraagt om de gezinnen van omgekomen vissers te steunen. Later kom je L. Hoekman vaak tegen in krantenberichten waarin of de Jongelingsvereniging of de Zondagsschool een gift heeft gedaan. Als postbezorger heeft hij naam gemaakt, hij wordt toch vaak herinnerd als ‘de eerste postbode van Urk’, terwijl er voor hem ook post naar Urk kwam. Zijn handel in ansjovis is altijd onderbelicht gebleven, toch denk ik dat deze juist zeer belangrijk is geweest.
Al met al wat Lucas een bezig mannetje, toch blijft het naar een aantal zaken nog gissen. Wellicht dat in de toekomst er nog iets bovenwater komt over zijn komst naar Urk. In het artikel in de Volksleven vind je een foto van de geldkist van Lucas Hoekman, deze is later aan het museum geschonken. Het museum is momenteel bezig met het opnieuw inventariseren van hun collectie, wellicht dat ik dan nog een foto van kan plaatsen.
Geef een reactie