Klaas Hoekman I
Klaas Hoekman werd door zijn kleinkinderen aangesproken als opa. Eigenlijk heel raar, want op Urk spreek je je grootvader aan als bèbe. Hoe het zo gekomen is dat opa opa werd genoemd, is niet helemaal duidelijk. Ik heb gehoord dat ome Ap als kind was begonnen om zijn vader pa te noemen (iets wat op Urk nog ‘raarder’ is) en dat pa later dus door de kleinkinderen is overgenomen naar opa. In dit artikel probeer ik wat verhalen en achtergrond van opa en zijn familie te schetsen van 1903 t/m 1945. Ik kan hierbij uitgebreid putten uit de archieven van De Urker Courant. Ik hoop later de tijd te vinden om te schrijven over de periode na de Tweede Wereld Oorlog.
Opa Klaas werd geboren op 2 april 1903. Zijn vader was Albert Hoekman en zijn moeder Grietje Hakvoort. Opa had één oudere broer Lucas (1899) en één oudere zus Jannetje (1901). Albert en Grietje trouwden op 8 juni 1899. Je hoeft dan geen rekenwonder te zijn om door te hebben dat Lucas (geboren op 30 oktober) eerder verwekt was dan het huwelijk had plaatsgevonden. De diepgelovige Albert ervaarde dit als iets heel ergs. Het is de reden waarom hij nooit heeft plaats willen nemen aan het avondmaal in de kerk. Na opa volgden nog Albert (1904), Fokke (1906), Hendrik (1908), Klaas (1910), Lubbert (1913), Jannetje (1915) en Pieter (1917). Twee Jannetjes (Grote Janne en Kleine Janne) en ook twee Klazen ((Grote) Klaas de Monteur en Klaas de Kleine). Kinderen vernoemen werd nog serieus genomen in die tijd.
Na zijn geboorteakte kom ik de naam van opa tijdens mijn onderzoek voor het eerst tegen bij het inschrijven op de dienstplicht. Bij beroep wordt vermeld dat hij bankwerker is. Op de vraag wat hij eventueel in het leger wilde gaan doen, was zijn antwoord ‘Torpedo’s maken’. Tweede keus was om bij de genietroepen te gaan werken. Duidelijk is dat hij graag met zijn handen bezig was in een technische beroep. Helaas voor opa werd hij niet aan het werk gezet bij het vervaardigen van torpedo’s, in de Urker Courant van 14 november 1923 lezen we dat hij is ingedeeld bij de infanterie.
Smederij en vischzouterij
Mijn overgrootvader, Albert Hoekman, is op Urk begonnen met een smederij. Waar hij dat heeft geleerd? Ik heb echt geen idee. Zijn vader was al een alleskunner, het zal in de genen hebben gezeten. Wel zien we dat hij bij de aanmelding voor de nationale militie vermeldt dat hij grofsmid is en dat er in 1906 naar een ervaren smidsknecht wordt gezocht. Ik denk dat die ervaren smidsknecht Lowie van Oudenaarden is geweest. Lowie was een sportief iemand (heeft hij bij ome Hendrik wellicht het voetbalvuur aangewakkerd?) en kon goed zingen. Helemaal zeker weten doe ik het niet, feit is wel dat Lowie in de vooroorlogse dagen aan de draaibank stond bij Hoekman.(hoe anders de boel vroeger werd bijgehouden, blijkt ook wel uit het feit dat je deze Lowie in het gemeentearchief van Urk niet tegenkomt, wel duikt zijn naam soms op in de Urker Courant).
Albert Hoekman was getrouwd met Grietje Hakvoort. Zijn zwagers hebben de werf in de Westhaven eigenhandig uitgegraven. De smederij van de Firma Hoekman stond naast de schuur (de huidige botterschuur) die bij de werf stond. Als je het stuk over Lucas Hoekman hebt gelezen, weet je dat daar zijn ansjoviszouterij heeft gestaan. Dat zouten ging trouwens gewoon door. Lees de onderstaande artikelen er maar op na.
Het inzouten van vis is dus nog lange tijd een bron van inkomsten geweest. Lucas Hoekman had reeds een contract met een bedrijf uit Vlaardingen (Firma Betz & van Heijst). Ansjovishandelaren reisden naar Amsterdam voor besprekingen. Een aansluiting op het telefoonnetwerk van Urk werd gunstig geacht voor de werkzaamheden. De handel in ansjovis (ansjoop) was overigens zeer speculatief. Soms waren er jaren waarin ontzettend veel werd gevangen, andere jaren vrijwel niets. Voordeel was wel dat je op ansjovis kon vissen met dezelfde middelen als waarmee je op haring viste. Op Urk komen de ansjoviszouterijen pas met de aanleg van de Westhaven. Het is dus ook daar waar de ansjoviszouterij van de familie Hoekman vinden.
Ondertussen gebeurde er nog van alles. Albert Hoekman werd aangesteld als directeur van de begraafplaats. Mensen kwamen bij hem vragen of ze een ‘gunstig’ plekje konden krijgen. Het dorp werd getroffen door tyhpus, de smederij kreeg een carbidlamp, de straat werd overgelegd en nog veel meer.
De nieuwe zaak
Bij het bouwen van een houten botter komt natuurlijk ook de nodige metaalbewerking om te hoek krijgen. Ik stel me voor dat er de bedrijven van de zwagers Hoekman en Hakvoort elkaar versterkten. Albert had een vooruitziende blik en stuurde zijn zonen naar Amsterdam om daar bij Kromhout te werken. Zelf was hij vertegenwoordiger van Kromhout. In het blad Schuttevaer duiken in de jaren ’30 regelmatig advertenties op van de Firma Hoekman & Zonen. In 1928 werd begonnen met de bouw van de ‘Nieuw Zaak’. Deze kwam aan de oostzijde van de haven te staan, ongeveer waar nu Piet Baarssen zijn vis verkoopt.
In de onderstaande artikelen kun je de ontwikkelingen volgen. Sla je het archief van de Urker Courant er op na, dan staat het in deze tijd vol van berichten over de Firma Hoekman die motoren plaatsen in schepen.
Amsterdam
Volgens de overlevering heeft opa een tijd in Amsterdam bij Kromhout gewerkt. In de archieven vind ik daar pas na lang zoeken iets van terug.
In het Amsterdamse archief kom ik tegen dat Lucas op 24 augustus 1917 in Amsterdam komt wonen. Hij woont dan aan het Molenpad enige tijd bij ene J. Oost. Drie weken later verhuisd Lucas naar Nieuwendam. Tegenwoordig ligt Nieuwendam in Amsterdam-Noord. Kromhout had een fabriek in Amsterdam-Noord, dus ik vermoed dat Lucas daar ook een tijdje gewerkt heeft. In het Amsterdamse archief staat bij het beroep van Lucas nog vermeld dat hij smid is. Later werd hij de boekhouder van de Firma Hoekman. Opa Klaas verhuisde op 16-jarige leeftijd naar Amsterdam. Ook hij kwam terecht in Amsterdam-Noord. Eerst in de Nachtegaalstraat en later op het even verderop gelezen Kraaienplein. Een nieuwbouwwijk in Amsterdam, wat een verschil moet dat zijn geweest met Urk in 1919. Ook van ome Hendrik is een kopie van de gezinskaart te vinden in het Amsterdamse archief. Zijn naam kom ik ook tegen op de kaart van de bewoner van Kraaienplein 8 als inwonende niet verwante persoon.
Wat opvalt is dat Lucas van Hardinxveld naar Amsterdam heeft gekomen. Mij is niet duidelijk geworden wat Lucas in Hardinxveld heeft gedaan. Volgens de Kleine Courant werkte hij in Dordrecht. Hardinxveld ligt onder de rook van Rotterdam aan het water. Ik vermoed dat hij daar zijn carrière in de metaal is begonnen.
Van ome Lub (die later naar Australië emigreerde) is nog een foto bewaard gebleven dat hij met zijn vader Albert door Amsterdam loopt. Wat ook bekend is dat de broers niet alleen met kennis van metaal terug naar Urk kwamen, maar ook plotseling muziekinstrumenten konden bespelen, alles van voetbal wisten en plat Amsterdams konden praten. Ome Hendrik had een passie voor Valerius, voetbal en filatelie.
Militaire dienst
Lucas werd uit militaire dienst ontslagen vanwege lichaamsgebreken. Bekend is dat hij in zijn jonge jaren eens een fikse longontsteking heeft opgelopen. Opa Klaas Hoekman diende dus wel in het leger. Alle broers na hem krijgen vrijstelling vanwege broederplicht. Dat weerhoudt jongste broer Pieter Hoekman er niet van om toch het leger in te gaan.
Pieter Hoekman wordt uiteindelijk Marechaussee. Aan het begin van de oorlog vlucht hij via omwegen naar Engeland en wordt later boven Nederland gedropt om te spioneren. Van zijn maat Bram Grisnigt is recent een biografie uitgekomen: Spion van Oranje. Zeker een aanrader. Als ik er ooit aan toe kom om over Ome Pieter te schrijven, dan wordt het een boek ipv een berichtje op een website. Helaas is Pieter verraden en tijdens een vuurgevecht met de Duitsers om het leven gekomen. Ooit zocht Opa Klaas zijn broer Pieter op in de oorlog, dat moest natuurlijk in het grootste geniep. Opa dus naar Amsterdam, maar op de afgesproken plek stond geen Pieter. Opa werd aangesproken door een monnik die daar in monnikspij rondliep, bleek het Pieter te zijn.
Ik sprak Grietje Brouwer-Hoekman, een nicht van mijn moeder. Zij is zelf geboren in 1931 en heeft Ome Pieter dus nog gekend als meisje. Zij herinnert zich Pieter als een hele vrolijke oom, altijd wat lekkers bij zich als hij weer eens op Urk was. Ook wist ze te vertellen dat ze ooit eens bij hem achterop een brommer of motor heeft gezeten. Wanneer hij thuis was dan zat het vol bij huize Hoekman. Pieter had veel vrienden.
Motorcursus
Op 18 december 1933 maakt de Urker Courant melding van een motorcursus die op Urk is gegeven. Acht leerlingen slaagden, Klaas Hoekman staat er ook tussen. Helaas is niet duidelijk of het hier nou om opa Klaas Hoekman gaat of zijn jongere broer die ook Klaas ‘de Kleine’ Hoekman heette. Wellicht dat ik ooit nog eens het uitgereikte diploma naar boven weet te halen.
Een eerder berichtje uit 1930 uit dezelfde krant meldt dat monteur Klaas Hoekman naar het ziekenhuis in Zwolle moest voor een blindedarm-operatie. Dit gaat waarschijnlijk wel over opa, zijn bijnaam was ‘de Monteur’.
Firma Hoekman
Op 24 mei 1929 wordt de Firma A. Hoekman & Zonen opgericht, dat zal ongeveer de tijd geweest zijn dat de Nieuwe Zaak gereed was. De oprichters zijn Albert Hoekman (vader) en zijn zonen Lucas Hoekman, Klaas Hoekman sr., Albert Hoekman en Fokke Hoekman. De volledige naam is Firma A. Hoekman & Zonen Scheepssmederij Motoren herstelplaats en Lierenfabriek. Je kunt de gehele oprichtingsakte hier lezen. In 1934 treed ook Klaas Hoekman jr. toe tot het vennootschap.
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. In en rondom de zaak gebeurde nog wel eens het één en ander. Ik kwam berichten tegen over ziekenhuis opnames, ongelukjes op de zaak en zelfs een messentrekker.
Zuiderzeewerken
Wie nu denkt dat de Firma Hoekman alleen op Urk werkzaam was, heeft het mis. Niet alleen Urker schepen werden voorzien van motoren, klanten kwamen van einde en verre en de Hoekmannen draaiden hun hand niet om om zelf elders aan de slag te gaan. Ze maakten naam voor zichzelf, helemaal toen ze een contract binnen sleepten bij Zuiderzeewerken. Er worden een aantal sleepboten aangeschaft waarmee goede zaken worden gedaan. Voor de oorlog komen we de Albert I en Albert II in verschillende krantenartikelen tegen. Na de oorlog komt daar de Albert III bij. De sleepboten werden ook ingezet voor evangelisatie onder de Zuiderzeewerkers lees ik in de De Standaard van 15 december 1936.
Huwelijk
Op 18 april 1930 trad opa in het huwelijk met bes, Ester Romkes. De Urker Courant maakt melding van het huwelijk. In hetzelfde bericht vermelden ze ook dat bèbe Gerrit Barends in ondertrouw is gegaan met bessien Aaltje Kramer.
Voor de oorlog kregen opa en bes samen drie zonen Albert (1931), Lubbert (1934) en Lukas (1938). Tijdens de oorlog kwam moeder, Aaltje (1943), daarbij. Ze woonden op het adres Wijk 6-150. Dit deel van de wijk werd in de volksmond ook wel de ‘ceminten’ genoemd of de ‘regeringshuizen’. Als je het adres nu zoekt, zoek te tevergeefs. Het huis stond waar nu het winkelcentrum aan Het Klif staat. Na de oorlog werd tante Griet (1946) geboren. Zo kwam de teller op vijf te staan.
Stuivers
Albert Hoekman is in 1940 overleden op 4 augustus. Hij werd begraven in hetzelfde graf als zijn vader en moeder. Later werd zijn vrouw Grietje daar aan toegevoegd in 1966. Zij overleed op 2 november. Tegen het einde van zijn leven ging het slecht met het geheugen van Albert. Wat hier precies de oorzaak was, is nu niet meer te achterhalen. Albert liep altijd wel met een paar gulden of rijksdaalders op zak en er waren ook altijd wat mensen die hem vroeger of hij wat kon missen. Het zal ondertussen duidelijk zijn dat het de familie Hoekman in die tijd voor de wind ging. Toen de familie er echter achter kwam dat sommige mensen nu misbruik maakten van de Alberts geestelijke achteruitgang, kreeg hij alleen een paar stuivers en wat centen mee.
De grafsteen is een paar jaar geleden nog opgeknapt, maar ook nu al wat lastig leesbaar. De tekst is als volgt:
Hier rust
het stoffelijk overschot
van
LUCAS ALBERT HOEKMAN
geb. Beilen 8 April 1829,
overl. te Urk 6 Juli 1901.
Rom. 3 vs. 24.
JANNETJE WEERSTAND
geb. te Urk 21 Nov. 1830,
overl. te Urk 6 juni 1918.
2 Cor. 1:21 en 22
En onze
geliefde man en vader
ALBERT HOEKMAN Lzn
geb. 12 oct. 1865,
overl. 4 aug. 1940.
God is liefde.
en onze
zeer geliefde moeder
GRIETJE HOEKMAN
HAKVOORT
geb. 14 maart 1877
overl. 6 nov. 1966
mijn ziel wacht op den Heere
PS. 130_5:6
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de oorlog gaat het werk aan de inpoldering gewoon door. De sleepboten mogen zich ook op tijden buiten de haven bevinden waarop dat voor andere schepen verboden was. Broers van opa, ome Lub voorop heb ik begrepen, hebben zich ingezet bij het bergen van neergestorte bommenwerpers. Wanneer een vliegtuig in het water terecht kwam, hoorde je even later de dieselmotor van de Albert I of II die op weg was naar het wrak. Diverse piloten zijn op deze manier uit handen van de Duitsers gehouden. Op de werf van Hakvoort konden ze onderduiken. De eigenaar van de werf is hier later voor opgepakt en om het leven gebracht. Een andere schuilplek was de hooiberg op het erf van Jan Woord. Ome Lub verborg ook enkele wapens in een gebouwtje dat voor telefonie bedoeld was in de buurt van ‘de zaak’. De sleepboot van de firma werd belangeloos ingezet om onderduikers van het eiland af te krijgen.
Een opvallende verhaal gaat rond over ome Hendrik die een Joodse onderduiker verborgen hield. Na de bevrijding kreeg de beste man van alles toegestopt, met name rookwaar. Ome Hendrik vroeg of hij ook niet een sigaartje kon krijgen, hij kreeg als antwoord, “Je hebt vanochtend ook al sigaar gekregen.” De opmerkingen die ome Hendrik toen plaatste zijn niet voor publicatie geschikt.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Firma Hoekman belast met het opruimen en bergen van schepen die door de Duitsers tot zinken waren gebracht. Een berichtje hierover heb ik gevonden in Het Urkerland van 14 september 1945.
Kleine Klaas en grote Klaas
Het gezin van Albert Hoekman telde twee zonen die beide Klaas heetten. De vernoemingsregels waren in die tijd nog volop van kracht. De oudere Klaas, onze opa, werd dus grote Klaas genoemd en zijn broertje Kleine Klaas. Je komt ze ook wel tegen als Klaas sr. en Klaas jr. en plaatselijk waren ze bekend onder verschillende bijnamen. Ome Klaas de Kleine was wat zwaarder op de hand en ook zeer van de drankbestrijding. Ome Klaas kom je dan ook vaak tegen als spreker op bijeenkomsten van verschillende kerkelijke verenigingen. Het meest opvallend vond ik een bericht uit 1927 waarin melding wordt gemaakt dat K. Hoekman een opstel had geschreven over “De Islam en de leer van Mohammed”. Mocht iemand in de familie dit opstel nog hebben, dan zou ik het graag eens lezen. Nou weet ik wel zeker dat men niet open stond voor de islam en het zal wel vooral een opstel zijn geweest tegen de Islam, maar het illustreert voor mij wel dat de mensen toen echt niet in een doosje leefden en niet wisten wat er verder in de wereld aan de hand was. Als er toch iets duidelijk is geworden dan is het wel dat men juist goed op de hoogte was van nieuwe ontwikkelingen en, met de beperktere middelen van toen, oog had voor zaken die veel verder reikten dan de grenzen van het eiland Urk.
Heel interessant Klaas
Prachtig om te lezen
Ik beleef zelf veel plezier aan het uitpluizen. De waardering stijgt ook.