Toen Klaas nog heel jong was, wou hij graag met de kotter mee. In de zomervakantie een weekje met vader mee op de UK193. Vader was schipper. De naam van de kotter was ‘de Hoop’. Die vertrok op zondagavond laat of op maandagmorgen heel vroeg naar boord en kwam op vrijdag in de loop van de middag thuis en soms pas op zaterdagochtend.

Vader was eigenaar met Riekelt van Urk. Riekelts vader had vroeger een botter met het registratienummer UK193. Toen dat nummer vrij bleek te zijn, was het besluit snel gemaakt. Vader begon zijn eigen carriere als visserman op veertienjarige leeftijd op de UK202 bij ‘de Dikkert’. Later aan de slag bij Jan de Boos op een nieuw schip. Nog weer later voer hij op de UK73 bij Dikke Jelle, samen met Riekelt. De verdiensten waren goed en ze wilden wel een eigen bedrijf beginnen. In Katwijk kwam de KW43, Gijsbertha, te koop. Die werd in 1967 gekocht en omgenummerd naar de UK193. Riekelt werd schipper. In 1972 werd de oude UK193 vervangen door een nieuw schip. Het schip werd gebouwd bij scheepswerf Dageraard in Woudbrugge.

Riekelt werd walschipper en zijn zoon ‘kleine’ Riekelt voer mee als ‘knecht’ en hij heeft later de kotter in zijn geheel overgenomen. Verder voeren er in de loop van de jaren verschillende andere knechten mee. Voor iedereen die bij het woord knecht een negatieve associatie oproept, wees gerust. Een knecht op een kotter is een zzp-er. Voor een x percentage van de winst vaar je mee aan boord. Rond de kerst verlengde je je ‘huur’ of je werd wellicht door een andere schipper gevraagd of je probeerde zelf elders een nieuwe huur te krijgen.

Knechten

Verschillende knechten die bij vader meevoeren waren ouwe Lub (uit Scheveningen), grote Geert en kleine Geert. De persoon die misschien nog wel het meeste indruk op me maakte was ‘de Job’. De Job, eigenlijk Jacob, was getrouwd met Alie Ta (Alie van tante Aag, daarover later meer) en woonde met zijn gezin ook op de Schelpenhoek. De Job voer dus bij vader en was ook kok aan boord. Zijn oudste zoon, Jelle, was een jaar ouder als Klaas en reeds op jonge leeftijd een visserman in hart en nieren. De regel was; als je zeven jaar bent mag je een weekje mee. Drie keer raden wie dus een jaartje eerder al in de zomervakantie mee mocht? Inderdaad Jelle. Klaas natuurlijk stik jaloers, maar na een jaar wachten mocht ook hij een week mee.

De eerste reis

Vader aan het roer, de Job aan het fornuis en Klaas zat meer in de kombuis bij de Job of in de stuurkast dan dat hij aan dek te vinden was. Het werd al snel duidelijk dat er in Klaas geen visserman schuilde. Later nog wel eens een weekje mee geweest, en ook op de UK145 waar vader was gaan varen na verkoop van de 193. Die week werd echter zeeziek boven een teiltje doorgebracht, dus toen was het 100% duidelijk, Klaas werd geen visserman.

Tijdens de eerste reis voer ook Jakke mee. Jakke was een vrolijke man, altijd positief gestemd en met een talent voor het schrijven van gedichten. Tijdens de eerste reis schreef hij het volgende gedicht: